Wakker worden wordt steeds makkelijker. Door de opkomst van Internet of Things (IoT) kunt u namelijk veel ochtendrituelen volautomatisch laten uitvoeren. Stelt u zich eens voor dat u de verlichting niet meer zelf hoeft aan te zetten en uw favoriete playlist vanzelf opstart waardoor u heerlijk met uw eigen muziek wakker wordt. Nadat u uw ogen langzaam hebt geopend ruikt u de geur van een heerlijk kopje koffie, want uw smart koffiezetapparaat is opgestart toen u wakker werd. In uw slimme koelkast staat het ontbijt al klaar. Gemak alom, maar hoe zit het met uw privacy?
Om te beginnen een korte toelichting op het fenomeen IoT. Onderzoekbureau Gartner voorspelt dat er dit jaar wereldwijd maar liefst 8,3 miljard ‘things’ in gebruik zullen zijn. Kenmerkend voor IoT is het door ingebouwde sensoren verbinden van fysieke objecten aan een netwerk, waardoor er gegevensuitwisseling plaatsvindt. Zo wordt in Londen nagedacht over sensoren op de weg die, naast het bijhouden van parkeertijden, ook kunnen dienen als meetfunctie bij ongelukken om vervolgens deze data te kunnen delen met verzekeringsmaatschappijen.
Bij IoT wordt in veel gevallen data verwerkt die herleidbaar zijn tot individuen, oftewel persoonsgegevens. Daar komt de privacywetgeving om de hoek kijken, met name de naderende Europese (e-)privacyverordening. De komende jaren zal over privacy en IoT nog veel worden gediscussieerd; voor nu wil ik mij beperken tot het privacybeginsel van transparantie: het recht om te weten wat er met uw data gebeurt. Op dit gebied is er in IoT-land namelijk nog een wereld te winnen.
Internationaal onderzoek laat zien dat bij zes op de tien IoT-apparaten aan consumenten niet duidelijk wordt gecommuniceerd hoe hun persoonlijke informatie is verzameld en wordt gebruikt. Het belang van consumentenvertrouwen spreekt voor zich, dus voor aanbieders van IoT-apparaten de taak om te komen met begrijpelijke en compacte privacystatements.
De eis van transparantie geldt ook voor lokale overheden die steeds meer veranderen in smart cities. Bijvoorbeeld wanneer het gaat om monitoring van de openbare weg. Als consument heb je de keuze om een bepaald IoT-product niet te kopen, maar als inwoner van een stad ontkom je niet aan de openbare ruimte. Privacy zou in dit geval meer onderdeel moeten zijn van inspraakprocedures. Daarnaast ligt het gevaar op de loer dat gemeenten verzamelde data voor andere dan de oorspronkelijke doeleinden gaan gebruiken, het zogeheten function creep.
IoT biedt veel voordelen, zowel voor bedrijven en overheden als voor de consument. Essentieel is echter het vertrouwen dat u en ik hebben in deze nieuwe technologie. Om te weten wat er met onze persoonsgegevens gebeurt. Aan ontwikkelaars, bedrijven en overheden de taak en verantwoordelijkheid om dit vertrouwen te winnen. Transparantie over het gebruik van persoonsgegevens is daarbij een eerste stap.
Meer weten over de naderende Europese privacyverordening? Meld u dan nu aan voor onze actie ‘In 3 weken voorbereid op de nieuwe privacywetgeving’.