Organisaties worden geconfronteerd met steeds meer nieuwe en soms disruptieve technologieën. De architect speelt een cruciale rol om hiervan de vruchten te plukken. Dit vergt van hem een mindset waarin verbinden centraal staat.
De afgelopen decennia kwamen er enorme veranderingen op IT-afdelingen van organisaties af. Begin jaren ‘90 met de introductie van computers. Gevolgd door de introductie van het World Wide Web eind jaren ‘90. Het laatste decennium zagen we onder het mom van het nieuwe werken concepten als tijd-, plaats- en device onafhankelijk werken ontstaan. De komende jaren staan IT-afdelingen voor nog meer en grotere uitdagingen. Concepten als Big Data en Predictive Analysis, the Industrial Internet of Things en kunstmatige intelligentie moeten worden geïmplementeerd binnen de bestaande of nieuwe infrastructuur.
Het belang van uitproberen
De mogelijkheden die de hiervoor genoemde technologieën bieden zijn groot. In sommige gevallen is echter niet direct aan te geven hoe uw organisatie het meest kan profiteren van deze technologie. Het is daarom belangrijk deze innovaties uit te proberen en niet tegen te houden. Het hogere management krijgt op deze manier de kans om te zien welke nieuwe business modellen deze technologie ondersteunt. Ook is de business in de gelegenheid te onderzoeken welke veranderingen nodig zijn wanneer de innovatie geïmplementeerd wordt. En voor de IT-afdeling is het uitproberen van de innovatie noodzakelijk om te zien welke veranderingen de innovatie in het IT-landschap met zich meebrengt.
De gewenste rol van de architect
De architect speelt hierin een belangrijke rol, omdat hij de brug vormt tussen de business en de IT-afdeling. Nu deze ontwikkelingen in de IT steeds sneller gaan zal hij zich meer en meer moeten ontwikkelen tot een trendwatcher. Alleen zo kan hij helpen nieuwe technologieën te identificeren en begrijpbaar te maken voor de organisatie. Hiervoor zal de architect met alle interne en externe stakeholders moeten samenwerken en hen mee moeten nemen in de verwachte mogelijkheden van de nieuwe technologie. Zo krijgt de architect tevens inzichtelijk welke aanpassingen er in de bedrijfsarchitectuur nodig zijn om de innovatie in gebruik te gaan nemen.
De praktijk is weerbarstiger
In tegenstelling tot voorgaande zien architecten in veel organisaties zichzelf als poortwachters. Zij willen vaak eerst nagaan of de technologie gebruikt kan of mag worden. Ook hebben architecten de eigenschap om van de innovatieve technologie eerst de gehele architectuur in uitgebreide documenten te beschrijven. Met als gevolg dat de innovatie niet of pas zeer laat uitgeprobeerd wordt. Hierdoor kan het voorkomen dat de organisatie niet zo wendbaar is als men wil, en concurrentiekracht verliest.
Wat moet de architect dan wel doen?
Kortom, in een steeds sneller innoverende wereld wordt een andere mindset van de architect gevergd. De architect stelt zich hierbij op als verbinder die vooral de kansen wil uitproberen die nieuwe technologie biedt voor de organisatie. Door te werken met kleine en snelle pilots wordt een snelle introductie van de nieuwe technologie bij de business gerealiseerd. Dit zorgt er tevens voor dat de consequenties voor de architectuur snel duidelijk zijn, die hij zal moeten vastleggen in beknopte en toegankelijke documenten. De architect blijft zo betrokken bij de innovaties die daadwerkelijk worden omgezet tot ‘going concern’ en heeft de fantastische rol deze ook te initiëren.